Reisverslag Peter Deurloo projectbezoek januari 2013
Een bijzondere projectenreis met bestuurslid Nathalie de Haan en sponsorouder van de Don Bosco School, Ralph Brieskorn.
Zaterdag 5 januari
Na een lange vliegreis vanaf Düsseldorf via Dubai komen we met een uur vertraging zaterdag iets over tienen ’s morgens in Chennai aan. De zusters franciscanessen – Rexline, Rita en Celie – ontvangen ons met boeketjes rozen. We steunen drie projecten van de zusters: een ziekenhuis, een plattelandskliniek en een school.
Dan rijden we naar St. Thomas Hospital voor ons tweede ontbijt van de dag. We delen cadeautjes uit en veel felicitaties aan Rexline vanwege haar Lifetime Achievement Award.
Zij vindt het een eer om deze prijs van de regering van Tamil Nadu te krijgen (hij wordt maar heel zelden uitgereikt), maar wel zonde van het geld. Zo is Rexline. “Hadden ze me maar het geld gegeven dat ze aan het feest hebben besteed.”
Er is een function (een officieel feest) geweest met honderden aanwezigen. Heel veel zusters van de congregatie uiteraard, maar ook twee bussen vol mensen uit Rexlines geboortedorp Manampathi. Dat vindt ze stiekem toch wel heel leuk. Ze heeft ook enkele tienduizenden roepies gekregen tijdens de function, maar dat is maar een schijntje in vergelijking met de vele lakhs die de function heeft gekost (een lakh is 100.000 roepies: 1.400 euro).
De cheques zijn voor het ziekenhuis, het baar geld dat ze kreeg, is er om uit te delen. En dat doet ze dan ook aan jan en alleman.
Ze vertelt hoe ze is begonnen in een polikliniek bij St. Thomas Mount die toen pas enkele jaren bestond en hoe ze daarna het ziekenhuis en de poliklinieken heeft opgebouwd. Wat slecht is om te horen: met de boerderij in Acharapakkam die verbonden is met het ziekenhuis gaat het niet goed. Die levert nauwelijks revenuen op en van de 400 kippen zijn er 200 aan een onduidelijke ziekte overleden. Er werken volgens Rexline oude mensen op de boerderij en ze wil ons er nog mee naartoe nemen (een plan dat uiteindelijk niet doorgaat).
Na het ontbijt maken we op eigen gelegenheid een toertje over het terrein en door het ziekenhuis en gaan we de wijk in, op zoek naar onze vrienden Gowri en Mani die een heel klein apotheekje hebben vlakbij het ziekenhuis. Ik kan de apotheek niet meer vinden. En dat is niet zo gek want ze blijken pas te zijn verhuisd naar een twee keer zo grote ruimte dichter bij het ziekenhuis. In hun oude ruimte (plus een winkel ernaast) is nu een biryanirestaurant gevestigd (ook iets nieuws in deze buurt). Als we teruglopen, richting ziekenhuis staat Mani op de stoep naar ons te zwaaien. Uiteraard moeten we binnenkomen. Ze hebben inmiddels personeel in dienst en ze hebben inmiddels een tweede dochter, naast Nirmala Dilia (door mij vernoemd naar zuster Nirmala en mijn vrouw Dilia. Uiteraard willen ze tiffins (snacks) halen maar we hebben al twee keer ontbeten en moeten ook nog een lunch in het ziekenhuis verstouwen. Dus het wordt alleen cola. Dan komt ook Gowri binnen en die is nog steeds dezelfde stralende en hartelijke vrouw. We worden uitgenodigd op het eten thuis en dat willen we zeker doen als we de laatste week bij Rexline overnachten (door tijdgebrek gaat dat helaas uiteindelijk niet door).
Dan gaan we terug naar het ziekenhuis waar we een copieuze lunch krijgen terwijl we eigenlijk al niets meer op kunnen. Maar onder strenge bewaking van een aantal nonnen moeten we er toch aan geloven (wel lekker overigens): kip, vis, puri’s, dahl, vegetarische curry, cassavechips en vegetarische biryani.
Rexline regelt vervoer naar het straatkinderenproject Karunalaya voor ons, maar natuurlijk niet zo maar. We moeten ook langs de St. Thomas Mount (de heuvel plek waar St. Thomas op de vlucht zou zijn doodgeknuppeld) , Little Mount (waar hij zich verscholen zou hebben) en St Thome Cathedral (waar hij zou zijn begraven). Op St. Thomas Mount is alleen vandaag nog de kerststal te zien. Vandaar. Die moeten we natuurlijk zien, vindt Rexline. Op de mount blijkt het kitscherige beeldenpark met dieren e.d. te zijn opgekalefaterd en er zijn nog meer lelijke gebouwen bij de oude Portugese kapel bijgekomen. Daar is een stuk teen van St Thomas te zien in een relikwiehouder en een wenende madonna.
Gelukkig kunnen we de chauffeur ervan overtuigen niet meer naar Little Mount en de kathedraal te gaan. Dat Ralph en Nathalie in slaap vallen (we zijn eigenlijk al total loss) helpt ook. Bij Karunalaya worden we hartelijk ontvangen. De bagage brengen we naar het huis van Paul waar de de hele eerste verdieping toegewezen krijgen en na een opfrisbeurt gaan we alweer door naar het volgende event: het uitdelen van schooltassen aan kinderen van pavement dwellers. Dat zijn mensen die letterlijk op de stoep of langs de weg wonen in primitieve hutjes of onder een stuk zeil.
Maar het uitdelen staat natuurlijk niet op zich. Eerst geven de kinderen een mooie voorstelling met dansen en toespraken. Dan delen we de tassen uit (best zwaar met schoolspullen er al in), stuk voor stuk met veel foto’s en video en tot slot zeggen Paul en ik nog wat. Het gebouwtje waar we zijn, is van de overheid en mag door de buurt (en ook de pavement dwellers) worden gebruikt onder meer voor tuition (huiswerkbegeleiding). Er ligt ook een stoffig terrein bij waar wordt gecricket en gevolleyed. Na de ceremonie gaan we langs bij de pavement dwellers op de nabije Barracks Road. Die leven in piepkleine huisjes met golfplaten daken (ze begonnen ook hier met huisjes van plastic en rommel). De huisjes zijn zo klein dat alleen de kinderen 's nachts binnen kunnen slapen en de anderen op straat moeten slapen. De huisjes hebben wel electriciteitsmeters (!), maar het allemaal erg armoedig en met name de bejaarden zien er erg slecht uit.
De mensen voeren actie voor echte huizen, maar de regering geeft nog niet thuis. Wel zouden ze kans maken op huizen buiten de stad, maar dan zijn ze de plek kwijt waar ze werk kunnen vinden. Dus ze willen huizen die niet meer dan een paar kilometer hiervandaan zouden moeten liggen. Aan het eind van het straatje hebben ze zelf een twee tempeltjes gebouwd, een hindoeïstische en een christelijke. Ze wonen hier al lang. Al drie of vier generaties.
Na dit bezoek gaan we naar een theatertje waar een bharata natyam opvoering plaatsvindt, onder meer door de dochter van een studievriendin van Paul. Bharata Natyam is de klassieke Zuid-Indiase tempeldans die van oorsprong werd gedansd door tempeldanseressen. Die volgden de overgeleverde houdingen waarmee Shiva al dansend de wereld zou hebben geschapen. De dansende manifestatie van Shiva heet Nataraja. Het hoofdheiligdom ligt in Chidambaram in Tamil Nadu, ten zuiden van Chennai.
De straatjongens van Karunalaya gaan ook mee naar de dansvoorstelling (en dat is heel goed). Eerst is er een opvoering door een groep jonge tot zeer jonge meisjes. Daarna is er een solo door de dochter van de eerdergenoemde vriendin. Ze is erg goed, maar ik ben helemaal aan mijn eind en val de hele tijd in slaap onder de voorstelling, net als Nathalie en Ralph. We gaan terug naar Pauls huis en eindelijk naar bed na bijna 24 uur aaneengesloten in touw te zijn geweest...
Zondag 6 januari
Uitgeslapen tot half negen. Heerlijk. Douchen met de mandibak en daarna een heerlijk ontbijt van toast, tomaat, komkommer, ei, chutney en koffie. Paul, Bakiam en de kinderen gaan naar de kerk. Ik krijg een simkaart van Bakiam te leen voor mijn reistelefoon. Wij maken met zijn drieën een tocht door de wijk rond het opvanghuis voor straatkinderen. Het huis van Paul ligt enkele straten verderop. De wandeling verloopt met veel oponthoud, want we moeten overal foto’s maken (de wijkbewoners vragen er zelf om) en
nieuwsgierige kinderen volgen ons een heel stuk. Via een flinke omweg gaan we terug naar Pauls huis. Nog even zien we Juus op het terrein van Karunalaya. Hij is een vrijwilliger uit Beuningen die een aantal maanden verblijft in het straatkinderenhuis. Hij gaat over enkele dagen met ons op reis door Andhra Pradesh om daar twee projecten te bezoeken..
We krijgen al een even heerlijke lunch als het ontbijt, met biryani (een soort Indiase nassi, een gerecht van de moslims' en beef curry. Ze eten hier als niet-hindoes echt wel rundvlees.
Het is al later op de middag als we naar Chennai Fort afreizen. Dat is de plek waar de kiem voor de latere wereldstrad werd gelegd in de 17de eeuw. De Engelsen bouwden er een fort, zoals de Fransen een fort in het zuidelijker gelegen Pondicherry bouwden en de Nederlanders in het noordlijker gelegen Pulicat (Pallicatta). Allen waren ze uit op de waren die ze hier konden kopen: kruiden en specerijen en stoffen. We bekijken we het wat saaie fortmuseum met schilderijen, munten, wapens en beelden. De antieke uitstalkasten zijn nog de grootste attractie. Daarna maken we een wandeling over het fortterrein, en die is veel interessanter. Veel afbladderende en in elkaar stortende mooie oude gebouwen, een oude kerk en lelijke nieuwbouw. Er is ook een kantoor van de archeologische dienst gevestigd waar onze eigen archeologe, Nathalie, natuurlijk op de foto gaat. Het terrein is bijna helemaal in gebruik bij het leger, zoals ook veel omliggende terreinen.
We komen uiteindelijk bij de ‘achteringang’ waar je weer door de dikke fortmuren heen kunt komen. Daar kun je ook bovenop de muur klimmen en het is er zo groen en rustig dat je niet de indruk hebt midden in de stad te zijn. We lopen de poort uit en komen vlakbij het expoterrein met kermis uit. Daar zijn ze de jaarlijkse trade fair van het opbouwen, een combinatie van kermisattracties, marktkramen met allelei huishoudelijke producten, eten en kleding. Verder zijn er ook paviljoens van de diverse departementen van de regering van Tamil Nadu waarin ze promotie maakt voor zichzelf. Wij bezoeken een paviljoen dat gaat over de zijderupsenteelt. Op ieder paviljoen prijkt het pafferige hoofd van Jayalalitha, de chief minister van Tamil Nadu. Ze is een ex-filmster die nu al voor de derde keer tot minister-president is gekozen. Tussendoor zijn er nog anderen aan het bewind geweest en haar voorganger heeft een gigantisch nieuw regeringsgebouw laten bouwen. Dat vindt Jayalalitha maar niets. Ze wil er niet intrekken en wil het complex ombouwen tot een ziekenhuis. Totale geldverspilling en iedereen die je erover spreekt, verklaart haar voor gek.
Op de markt drinken we cane juice en eten snacks: gefrituurde chili’s en apalams (papadums). Dan terug naar de auto. Het idee is om ook nog naar Marina Beach te gaan, maar het is al half zeven en ik ben moe. We rijden terug naar Pauls huis. Onderweg nog even contact met sr. Rita de moeder-overste. Die wil regelen dat sr. Elizabeth met de auto naar Chennai komt en ons oppikt. Want onze treintickets zijn nog steeds niet bevestigd, we staan op de wachtlijst. Het gaat om vier trajecten en om vier reizigers wat het moeilijker maakt om de reis in zijn geheel bevestigd te krijgen. Bovendien staat het oogstfestival Pongal voor de deur en dan gaat iedereen zijn familie bezoeken. Dat betekent overvolle treinen. Waarschijnlijk zullen we een auto met chauffeur moeten huren. Dat betkent dagen inleveren op ons reisschema. Nachttreinen nemen levert meer speling op. Autorijden kan alleen overdag. Later deze dag besluiten we inderdaad de knoop door te hakken en een auto met chauffeur te regelen, althans sr. Rita doet dat voor ons. We zullen woensdagmorgen vertrekken naar Andhra Pradesh.
Maandag 7 januari
Een goede dag, deze maandag. We hebben een bespreking met Elizabeth Negi in het kantoor van Karunalaya. Eerst laat Ralph zijn haar knippen in het wijkje rond het opvanghuis. Scheren durft hij niet aan vanwege het antieke scheermes. We komen samen in het kantoor van Paul en wachten op Elizabeth die erg verlaat is. Elizabeth Negi is een Indiase consultant die we al ongeveer 15 jaar kennen en die een goede vriendin is geworden. Ze was ooit verbonden aan Zonta, een vrouwenrotaryclub waarmee we ook een project hebben gedraaid. Dat was een opvanghuis voor vrouwen (met name ex-prostituees) met aids. Elizabeth hebben we al twee keer eerder ingeschakeld om projecten door te lichten waar we twijfels over hadden. Dat leverde goede rapportages op en voorkwam een hoop problemen. Momenteel doet ze onderzoek naar het kinderhuis van SIP van Noori Saleem. Voor de hoognodige bouw van een nieuw huis hebben onze bestuursleden Corrie en Jan Vincent veel geld ingezameld. Er leven echter nog veel vragen bij ons over de begroting voor het nieuwe huis, over de organisatie van het kinderhuis en over de dagelijkse financiele gang van zaken (hoe zeker is de exploitatie).
Tijdens het wachten op Elizabeth legt Vasanth, een van de staff-leden, uit hoe de diverse projecten van Karunalaya in hun werk gaan: het project voor de pavement dwellers en sociaal werk in de vissersgemeenschap . Dan komt E en het is een erg leuk weerzien. Ze is wat milder geworden in haar oordelen dan vroeger. En ze blijkt Noori erg te waarderen voor wat ze allemaal heeft bereikt. Noori is volgens haar goed in netwerken en ze komt op voor de rechten van transgenders (Noori is er zelf een), hiv-positieven en de opvang van kinderen uit door hiv getroffen gezinnen. Noori runt het tehuis goed, heeft een goed ondersteuningsnetwerk en voldoende vrijwilligers. Verder ligt ze goed in de omgeving van het kinderhuis. Elizabeth is onder de indruk van wat Noori allemaal heeft bereikt, terwijl ze maar drie klassen lagere school heeft.
De kinderen zien er gezond en verzorgd uit en ze gaan allemaal naar school. Noori heeft het voor mekaar gekregen dat ze grond om te bouwen gratis krijgt. Er is zelfs kans op een tweede stukje grond. Verder krijgt ze geld en materialen en andere zaken om tehuis te runnen geschonken. Noori zit ook in board van de Church of South India (CSI), een hele prestatie voor een transgender. Dat bevestigt haar kwaliteiten. De communicatie is een probleem. Noori spreekt en schrijft zelf geen Engels. Communicatie per mail werkt niet. Mondeling praten wel. Elizabeth wil als tussenpersoon gaan fungeren, ook om het projectplan goed op te schrijven. Noori is bezig ander competent iemand - Kavita - aan boord te krijgen als twee lijn van management. Elizabeth wil met haar ook nog praten. Elizabeth vraagt Kalpana, een bevriende architecte de kosten van het project door te rekenen (wij denken net als Elizabeth dat die te hoog zijn ingeschat). Het geld dat Noori nu voor de huur kwijt is, kan volgens Elizabeth na de nieuwbouw voor lopende kosten worden benut.
Na het bezoek van Elizabeth gaan we met de autorikshaw langs bij een aantal projecten van Karunalaya. Eerste stop is het minischooltje in de sloppenwijk van de vissers, vlakbij de vissershaven. Daar krijgen kinderen van allerlei leeftijden non formal education. Het zijn kinderen die eerder kinderarbeid deden of die om andere redenen nooit naar school gingen. Ze worden voorbereid op een echte school. ´s avonds zijn er in dit gebouwtje avondklassen. De kinderen klappen voor ons, laten ons hun studiemateriaal zien en doen een dans. We lopen door het visserswijkje heen richting haven. Langs de stinkende drogende vis en de alomtegenwoordige rotzooi. Vaak ligt de vis gewoon in het zand te drogen. De honden en vogels eten ervan.
Bij de haven blijkt dat een schip is aangekomen en dat de vissen eruit worden gehaald en op katamarans van aan elkaar gebonden boomstammen naar de wal gevaren. Daar worden ze verkocht aan straatverkopers die ermee naar hun eigen plekken in de wijk trekken.
Vervolgens rijden we langs twee locaties waar voor de tsunami vissershutten stond en die nu leeg zijn op een wrak van een tsunamiboot na. De mensen die hier woonden, zijn naar de flats verhuisd die vlakbij Karunalaya zijn gebouwd. We gaan de pier van de vissershaven op, een geliefde flaneerplek. Daar is het rustig op maandag (druk in het weekend). Wat verveelde en halfdronken types hangen er rond (we ontmoeten aardig wat dronken vissers, een groot probleem voor de families. Soms sturen ze hun kinderen uit werken omdat pa zijn loon verdrinkt en ze te weinig leefgeld hebben), Er zijn mannen op de pier die vissen met lange lijnen voorzien van een stuk of tien haken. De vis die ze vangen, verkopen ze.
Dan gaan we naar het oude Karunalayagebouw dat meer dan half is gesloopt vanwege de verbreding van de Sea Road (overigens wel nodig, die verbreding). Er was Karunalaya beloofd dat het gebouw onbeschadigd zou blijven. Ze krijgen een schadevergoeding, maar Paul is een rechtszaak begonnen omdat hij meer wil dan wat de regering wil betalen. Hij is van plan de gebouw opnieuw op te bouwen en er ook weer de oudere straatjongens onder te brengen. Verder komen er vergaderruimtes, een meetinghall en een naaiatelier. Het strookje grond dat is overgebleven is erg smal. Echt niet veel soeps.
Laatste stop zijn de tsunamiflats. Daar krijgen we een rondleiding langs spelletjes spelende vrouwen en natuurlijk omsloten door kinderen. De flats zien er vijf jaar na de bouw al afgeleefd en vervallen uit. De tegels rond de pompen zijn helemaal kapot, de riolering is niet goed en zo zijn er nog een hoop gebreken. De ‘wijkraad’ moet zich hard maken voor het oplossen van die problemen. Voor het eerst zijn in die raad naast 3 mannen ook 2 vrouwen gekozen. Dat is een stap vooruit. Wel is de voorzitter nog steeds een man. Jammer want een van de vrouwen had veel kans, maar hing per ongeluk (of expres) haar poster niet op, waardoor er alleen op een man kon worden gestemd.
We gaan terug naar Karunalaya en wachten op Paul.
Dinsdag 8 januari
Ralph heeft dit terecht de powerlady-day genoemd. We gaan deze dag langs bij Noori. Hari brengt ons met de autorickshaw. Het is een tocht langs Vyasarpadi naar een wijk met brede straten en bomen langs de weg. Een minder bedrukte atmosfeer dan in de kleine straatjes rond Karunalaya. Hari weet het kantoor van Noori vrij snel te vinden en daar worden we opgewacht door een heel comité en heel hartelijk ontvangen. Naast Noori en Nagaraj zijn er ook nog enkele andere staffleden en vier stagiaires. Elizabeth Negi komt wat later en in de tussentijd praten we de tijd vol met ditjes en datjes en een voorbespreking van het gezamenlijke uitstapje. Dat gaat naar Mahabalipuram in onze laatste week, zo krijgen we te horen. En dat is wel fijn want de dag erop zijn we met de jongens van Karunalaya ook in Kamalapuram. Dus kunnen we daar mooi overnachten en ook in enige rust nog iets van Mahabalipuram zien.
Als Elizabeth binnenkomt gaat het al snel over de nieuwbouwplannen en Noori vraagt op de van haar bekende wijze heel direct naar het geld. Ze had het al vier jaar geleden verwacht en begrijpt niet waarom het maar steeds niet komt. Ik leg uit dat er vier jaar geleden nog niet zo veel geld in kas was en dat het nu waarschijnlijk het viervoudige is. Het was toen absoluut onvoldoende voor het gebouw, nu is het voldoende voor de benedenverdieping. Ook wijs ik erop dat er pas afgelopen jaar een projectvoorstel is gekomen, terwijl we daar jaren naar hebben gevraagd. Nagaraj zegt dat we er pas vorig jaar naar hebben gevraagd. Even duidelijk de lijnen uitzetten.
We zeggen ook dat we een heel positieve indruk hebben en dat we ons bestuur zullen adviseren om het geld ter beschikking te stellen aan het begin van het nieuwe fiscale jaar in India (1 april) en daar is Noori blij mee. Ze maakt een sterke, strijdbare indruk. Ralph en Nathalie zijn zeer onder de indruk en ik moet zeggen dat ik haar nu ook wat meer kan waarderen dan 4 jaar geleden. Maar toen zat ik hier ook alleen, met Nagaraj als vertaler die ook niet alles begreep wat ik in het Engels zei en een al even ongeduldige Noori.
Wat de zaak nog dreigt te compliceren is dat Noori behalve het land dat ze al kreeg geschonken en dat buiten de stad ligt, nu ook een stuk land binnen de stad op het oog heeft. Dat wil ze proberen te kopen. Ze heeft al bijna de helft van de prijs afgedongen. Het liefst zou ze de jongeren kinderen in het ene huis willen huisvesten en de oudere in het andere. Maar wanneer zal ze voldoende geld bijeen hebben voor de aankoop van de grond en voor de bouw? En wil ze dan eerst daar gaan bouwen of eerst op het terrein dat ze al in bezit heeft?
Daarover praten we tien minuten heen en weer totdat Elizabeth zegt dat Noori echt eerst wil gaan bouwen op het land dat ze nu al heeft. Dat vinden wij een goed idee en we zeggen dat het bestuur een besluit moet nemen en dat Elizabeht eerst nog een aantal dingen moet onderzoeken en haar rapport schrijven. Daarna is de sfeer heel ontspannen en kletsen we nog wat na, ook over Noori’s strijd voor transgenders en wat ze bereikt heeft.
We nemen afscheid en trakteren Hari en onszelf op een heerlijke kop koffie bij een leuk café, een van die nieuwe, goed uitziende zaken die Chennai inmiddels heeft en die je een paar jaar geleden nog niet tegenkwam. Daarna brengt Hari ons terug naar Karunalaya. We pakken onze spullen in en gaan samen met Juus in de minibus (vanwege de vele bagage) naar St. Thomas Hospital. Daar overnachten we omdat we morgen naar PT Parru vertrekken vanaf St. Thomas Mount.
Deze avond zijn we uitgenodigd voor een diner in het generalate, het hoofdkwartier van de orde van franciscanessen dat op 5 minuten lopen van het ziekenhuis ligt. Sr. Rita zou met ons mee eten, maar zij zit in een bespreking. Wel zijn er een hoop andere zusters zoals Bellarmine en een van de provinciaal-oversten. Rita komt even binnenwaaien om ons te decoreren met ceremontiele sjaals. Het eten is super en de zuster die met ons aanzit, is een goede gesprekspartner. Tegen het einde van de maaltijd komt sr. Rita opnieuw binnen. We praten uitgebreid over het ontstaan en het functioneren van de congregatie en over haar verantwoordelijkheden. Ik snijd de heikele kwestie rond sr. Nirmala aan met een open vraag: kan Rita vertellen hoe een en ander is verlopen? Ze vertelt dat het nou eenmaal zo is dat zusters na een aantal jaar worden overgeplaatst en dat ze geen uitzonderingen kan maken voor een zuster die dat niet wil omdat ze dan een precedent schept. Bovendien beslist ze hier niet alleen over, maar in samenspraak met vijf andere zusters.
Ik vertel het verhaal van het leeggeroofde kliniekje dat we twaalf jaar geleden aantroffen, van alle spullen die wij hebben gekocht en van het enorm goede opbouwwerk dat Nirmala heeft verricht. Dat willen we niet teloor laten gaan. Ze maakt duidelijk dat ze ons standpunt begrijpt en ze wil er nog over doorpraten in Kamalapuram. Maar dat Nirmala daar nog jaren kan blijven, lijkt uitgesloten, als je goed naar haar luistert. Zonder een heel goede verpleegkundige is St Joseph’s Hospital binnen no time weer terug bij af. Dat is iets om scherp op te letten tijdens de vervolggesprekken. We nemen hartelijk afscheid en krijgen zelfs nog alle vier ook een wollen sjaal mee.
Woensdag 9 januari
Na het nodige geteut gaan we veel te laat op weg naar PT Parru, samen met sr. Elizabeth, het hoofd van het klooster daar. De reis gaat wel voorspoedig. Maar het duurt zoals ik al verwachtte vele uren langer dan de nonnen voorspelden.
Gelukkig zien we onderweg in Andhra nog een interessante tempel die gewijd is aan de godin Chenagalamma. Daar staat een lapjesboom met een interessante legende. De lapjes zijn net als bij ons om wensen te bekrachtigen voor gezondheid, geluk met het vinden van een partner, etc. De legende is dat toen de tempel werd gebouwd er ook deuren werden gemaakt. Die werden neergezet om later te gebruiken. Toen men ‘s morgens op die plek kwam, bleken de deuren wortel te hebben geschoten. De priester kreeg een droom waarin de godin hem vertelde dat de tempel geen deuren hoefde te hebben, hij moest 24 uur open zijn voor iedereen. De mensen moesten de deuren laten staan en er zou een boom groeien. Dat gebeurde ook.
Het is een heel grote, eeuwenoude boom met een enorm dikke stam en grillige takken. Een aap zit er brutaal in. De onderkant van de boom is helemaal beschilderd met gele oker en stippen van rode oker. De gelovigen herkennen allerlei vormen in de knoesten: het hoofd van een nandi en slangenkoppen en een menselijk hoofd. Tegen de stam staan ook enkele godenbeelden die in dezelfde kleuren zijn meegeverfd.
Na de uitleg over de boom gaan we de tempel in waar de priester ons zegent met rode oker en geparfumeerd water dat we horen te drinken (maar dat doen we niet). Onze gids, die erg goed Engels spreekt, wil geen geld aannemen en geeft ons een kaartje mee als souvenir. Al met al een bijzondere ervaring.
We rijden door, gebruiken lunch (thali) in een restaurant in Nellore en rijden maar door en door. Uiteindelijk komen we rond 6.30 uur aan in PT Parru waar de kinderen ons al een hele tijd op de binnenplaats staan op te wachten. Met veel gezang en bloemen halen ze ons binnen. Echt superleuk. We krijgen koffie, koekjes en cake en worden naar onze kamers geescorteerd.
Helaas is Juus ziek. Hoofpijn, misselijkheid, hij moet overgeven. Hopelijk zal dat morgen beter gaan. Gelukkig is hij erg easy going. Vanavond dinner en bespreking wat we morgen gaan doen.
En wat ik vergeten was: in de gesprekken met sr. Elizabeth in de auto bleek dat ze denkt over het benaderen van oud-leerlingen die een gratis opleiding hebben gehad en nu een goede baan hebben om ook weer andere leerlingen te gaan steunen. Een heel goed plan.
Donderdag 10 januari
Vandaag bezoeken we enkele van de dorpen bezocht waar de gesponsorde schoolmeisjes vandaan komen. Het is erg indrukwekkend. We zien enkele ouders van de sponsorkinderen en horen hartverscheurende verhalen over zelfmoorden, mensen die gehandicapt zijn geraakt en niet meer kunnen werken en een vrouw wiens huis tegen de vlakte is gehaald door ruziende broers nadat grootvader was overleden. Nu leeft ze in een hut van plastic en palen.
Maar er is bijvoorbeeld ook een man die midden op de weg voor ons een lied aanheft, je weet niet wat er gebeurt. Of mensen die superarm zijn, maar die dan toch trakteren op 1 appel die over zes mensen wordt verdeeld. Het is allemaal erg ontroerend en soms hartverscheurend. De zusters die hier werken zijn een erg goed team. sr. Elizabeth is iemand die graag wat door de vingers ziet en daar zijn ze wel blij om. Juus speelt op diverse plekken Hoofd, schouders, knie en teen met de kinderen van de dorpen. Dat is erg leuk en zorgt dat er meteen contact is.
In de avond geven de meisjes van de school een prachtige voorstelling met allerlei dansen en worden wij helemaal in het zonnetje gezet met ceremoniele doeken en cadeautjes. We houden allemaal een praatje en daarna is het wild gezamenlijk dansen geblazen. Helaas ligt Nathalie ziek in bed. Maar ze is waarschijnlijk morgen wel weer beter.
Vrijdag 11 januari
Vandaag nemen we de 46 sponsormeisjes die voor hun opleiding op de engelstalige school in het dorpje PT Parru vanuit Nederland worden gesteund, mee voor een picnic in het Ghandipark in Guntur. Maar eerst is er een verplicht ontbijt bij de priesters in het buurpand en een ochtenappèl in gewone kleren (geen schooluniform). Er zijn ongeveer 700 kinderen verzameld op de binnenplaats die worden gedrild, liederen zingen (ook het volkslied) en we houden toespraken. Daarna delen we de pennen uit die we uit Nederland hebben meegenomen. Voor ieder kind is er een pen. Geschonken door diverse sponsors in Nederland. Ook voor de zusters en de leraren zijn er pennen.
Op weg naar het park gaan we eerst sportspullen kopen in een zeer stoffig winkeltje in Guntur dat de zusters goed kennen (de spullen zijn gesponsord door Paulus Mundial in Wijchen en door een vriendinnetje van mijn dochter Myrthe). We hebben 5 carromboards gekocht (een soort vingerbiljartspel), een hele lading badmintonrackets en shuttles en twee voetballen. Die worden ´s avond gezegend met een gebed en daarna wordt er meteen druk mee gespeeld.
De picnic is erg leuk. In het park is een grote speeltuin waar de meisjes zich uitleven. Daarna hebben we een flinke lunch gebruikt en vervolgens de cadeautjes voor de sponsormeisjes uitgedeeld. Ook die kwamen mee uit Nederland. Helemaal blij zijn ze natuurlijk. Niet alleen de meisjes, maar ook de zusters. Onderweg zingen de meiden keihard, je hebt echt de neiging de vingers in je oren te drukken. Wij zingen potje met vet en Sinterklaasliedjes. En ook Vader Jacob. Hans Schiebroek van collega-stichting Thomas Bouwprojecten leert dat overal aan de kinderen op de projecten die hij bezoekt. Voor Nathalie wordt in de avond nog een keer de hele dansvoorstelling van donderdag heropgevoerd, inclusief het gezamenlijke dansen aan het eind. Een geweldige afsluiting van dit bezoek. We hebben hier een ontzettend goede tijd gehad, veel gelachen ook met zuster Selvie en zuster Elizabeth. Het is een warme plek om te zijn.
Zaterdag 12 januari
We reizen van PT Parru naar Kamalapuram waar we het kliniekje van sr. Nirmala steunen en enkele kinderen van de school die daar is gevestigd. Na een geweldig afscheid van de meisjes van PT Parru en van de zusters uiteraard. We hebben een zeer voorspoedige reis, ondanks het feit dat de tweede helft binnendoor gaat over kleine wegen die vaak niet al te best zijn. Maar het is een hele belevenis. We zien prachtige groene landschappen, rijstvelden, dorpen met grote vijvers voor irrigatie en visserij. En apen! Dat is voor Nathalie en Juus de eerste keer apen in het wild. Ze zitten her en der op de weg waar er voedsel uit een truck is gevallen (bijv. rijst) en tijdens onze lunch ergens langs de weg (we eten meegebrachte spullen) hebben ze ons al snel gespot. Ze komen steeds dichterbij en Juus gooit een banaan die meteen in 1 keer in de mond van de brutaalste aap verdwijnt.
Omdat we al om 10 voor half 7 zijn vertrokken, komen we lekker vroeg aan in Kamalapuram, al om 4 uur 's middags. Zuster Elizabeth is duidelijk blij om weer hier te zijn. Ze heeft veel samengewerkt met Nirmala en die twee kunnen het goed met elkaar vinden.
We hebben overigens een prima chauffeur die bijna alle drempels ziet. Die dingen geven ze hier geen kleurtje waardoor ze nauwelijks zichtbaar zijn. Hij rijdt rustig en erg zeker, heel fijn. We zijn nu blij niet de trein te hebben genomen maar een auto. Het landschap is zo mooi en de kleurrijke dorpjes, de beesten op de weg, de mensen die je ziet. Het is zo anders dan in de drukke vieze stad Chennai.
In Kamalapuram arriveren we lekker vroeg, om vier uur. Heerlijk gegeten natuurlijk en ons geinstalleerd in het oude doktershuis. Een kamer voor Juus en Ralph en een kamer voor Nathalie en Peter. Muskietennetten, want er zijn veel muggen. Er zijn een stuk of vijftien meisjes achtergebleven (het is Pongalvakantie) die ons met gezang, prachtige kolams en uiteraard een dansvoorstelling ontvangen. Dat is de leukste tot nu toe. We worden keer op keer uitgenodigd om mee te dansen en dat gaat steeds beter. Ralph doet een geslaagde poging tot het dansen met een versierde pot op zijn hoofd. Het is echt een superontvangst.
Zondag 13 januari
De dag begint met een heerlijk ontbijt en een mis in het Telugu van anderhalf uur, inclusief een donderpreek. Daarna komt de hele kerk op ons af, want wij zijn natuurlijk een geweldige attractie. Iedereen wil met ons praten en met ons op de foto. Het is allemaal erg vriendelijk, het zijn hier hartelijke mensen. Er wordt tussendoor ook nog even een motor ingezegend.
Na de mis hebben we een goed gesprek met Nirmala over haar plannen en positie. Ze heeft niet meer zo'n bezwaren tegen overplaatsing maar zou wel nog graag 1 of 2 jaar blijven om een aantal studerende meisjes tot het eind te volgen en ook de health workers nog enige tijd te begeleiden. Haar werk als verloskundige is tot een minimum beperkt vanwege haar eigen gezondheidsproblemen en ook doordat de regering daar nu een hele goede en aantrekkelijke regeling voor heeft. Ze stuurt de meeste vrouwen door naar het regeringsziekenhuis. Ook het ambulancesysteem van de regering is top volgens haar. Er komen wel nog aardig wat mensen naar haar kliniek (maar wij zien er deze dagen geen) en de gezondheidswerkers (10 vrouwen in 20 dorpen) werken ook nog altijd prima.
Nirmala doet nogmaals het verhaal van de corrupte priester uit de doeken. Die wilde een percentage van het geld dat Nirmala kreeg voor een tuitionproject in de dorpen van een ngo uit Europa. Ze weigerde en stapte naar de bisschop. De priester telefoneerde naar Rita en loog dat Nirmala slecht werk afleverde en niet naar de kerk kwam etc. Rita kwam op bezoek en had een lang gesprek met de priester, die vooral over geld praatte. Hij viel door de mand volgens Nirmala. De bisschop gaf haar ook gelijk en gaf zijn zegen voor het tuitionproject en zei dat het geld niet voor de priester bedoeld was.
Na dit verhaal hebben we een ontmoeting met de health workers. Die vragen uitgebreid hoe het Dilia is en met de kinderen. Ze hebben als cadeaus de mooiste sjaals gekocht die we tot nu toe hebben gekregen. Ze zijn nog steeds tevreden met hun werk en salaris.
We bezoeken twee dorpen waar medicijnen worden uitgedeeld door enkele health workers en waar een dronken man herrie schopt. Die Amerikanen (wij dus) komen maar fotograferen, maar ze helpen helemaal niet, zo vindt hij. De andere dorpelingen zijn erg vriendelijk en schamen zich.
Daarna de grootste verrassing van de dag: Mary Nirmala (een meisje waarvan ons gezin de opleiding heeft gesponsord) blijkt naar het ziekenhuisje te zijn gekomen met haar moeder en dat is echt een superleuke ontmoeting. Ze geeft de hele tijd kopjes (!) aan mij en lacht zo lief dat je helemaal smelt. Ze is zo'n lieve schat en ze is 5 maanden zwanger! Ze heeft er dus geen gras over laten groeien, want ze is een half jaar geleden getrouwd. Ze ziet er heel gelukkig uit en ik geef haar wat extra cadeautjes en 1000 roepie mee voor de baby. Morgen gaan we op bezoek in het huis van haar moeder. Ze verblijft hier nu een maand en gaat daarna weer naar het huis van haar man in Kerala. Hij is visser en heeft een eigen boot en de familie waarin ze getrouwd is, is middle class. Nirmala heeft het huwelijk geregeld en is ook op de bruiloft geweest. Mary N straalt een en al gelukkigheid uit. Het is mooi om te zien. Ik hoop dat ze zo gelukkig blijft.
Aan het eind van de middag bezoeken we nog twee dorpen. Hele arme dorpen in vergelijking met de eerste twee. Een dorp van dalits (kastelozen, de laagsten in de hindoe-hierarchie) en een van een hele lage kaste van herders. Daar willen ze dat we geld geven voor het repareren van scheuren in hun kerkje. Maar daar is onze stichting niet voor opgericht. Het is inmiddels helemaal donker geworden, dus we gaan terug naar het hoofdkwartier.
Maandag 14 januari
Vanmorgen om 6 uur is sr. Rita aangekomen in Kamalapuram. Wij slapen uit en ontbijten pas om half negen. Dan ligt Rita op bed en neemt haar welverdiende rust. Ze is continu op reis en zal deze dag vooral veel rusten. We lopen even richting Kamalapuram om wat sigaretten te kopen, wat lucifers en misschien wat cadeaus voor de health workers. Vandaag is het Pongal (hier heet dat Sankranthi) en overal zijn prachtige kolams gemaakt. We worden ingesloten door nieuwsgierige mannen en daar komt ook een grote vent bij die we zondag in de kerk hebben gezien. Hij krijgt ons, na lang aandringen, mee naar zijn huis voor een kopje koffie.
Erg leuk natuurlijk, maar ook best moeilijk, want het blijft nooit bij een kopje koffie. Er komen ook koeken en dan nog eens koeken en water. En er moeten foto's gemaakt. Ondertussen is er alarm geslagen in het basiskamp. Als wij (vrij laat) weer het huisje verlaten omdat we nu toch echt terug naar het klooster moeten, staat aan de overkant al onze auto te wachten met een ongeruste Nirmala erin. Ze is al Kamalapuram ingereden om te vragen of iemand vier blanke types heeft gezien, maar niemand heeft ons gezien, want we zijn het stadje helemaal niet in geweest. Ze is in alle staten.
We vertrekken veel later dan eerder gedacht voor ons dagprogramma. Het geplande bezoek aan de steengroeves en de polijsterijen wordt afgeblazen en we gaan meteen op weg naar het fort Sidhi Vattam aan de Pennarrivier. Nirmala vindt daar niets aan (I´m not interested in old stones), maar wij wel. Er is mooi beeldhouwwerk en een combinatie van hindoe en moslim architectuur. Mandapams, afbrokkelende hindoetempeltjes, twee moskeeen en een tombe voor een moslimheilige. Het fort ligt op een prachtige plek in een vallei aan de rivier Pennar, uiteraard op een heel strategische plek. Het is een enorm complex. Zeer de moeite waard.
Vervolgens gaan we naar Cuddapah om boodschappen te doen: tassen voor de health workers, frutsels voor de kinderen van het keukenpersoneel, tassen voor het keukenpersoneel en slippers voor de drie zusters die hier gestationeerd zijn. Voor zuster Rita kopen we drie plastic krukken. Daar zit ze het beste op nadat ze drie keer kort achter elkaar geopereerd is. Zelf heb ik nog een Ganesh gescoord voor op het dashboard en een kitscherig pennenbakje met olifanten.
Daarna gaan we lunchen in het ouderlijk huis van Mary Nirmala. Dat is een aardige woning en we ontmoeten nu ook haar vader, broer en jongste zus Latha. Het is een ongemakkelijke lunch, Mary Nirmala is de hele tijd aan het rondbanjeren en gaat daarna pas zitten. Het eten is goed en we worden hartelijk ontvangen maar tot een gesprek komt het niet. Na afloop gaan we nog langs bij een school en opvangcentrum voor drop outs en straatkinderen. Daar zijn geen kinderen vanwege de Sankranthivakantie.
Vervolgens is er een bezoek aan een hindoetempel, betaald door een door zaken steenrijk geworden man. Daar is een reeks prachtige kolams gemaakt, een wedstrijd. De tempel gaat pas om vier uur open en wij krijgen een prive-rondleiding, mogen het eerste binnen bij de darshan (het tonen van het godenbeeld), maar de zegening door de priester vindt Nirmala te veel van het goede. Botweg worden we door haar de tempel uitgebonjourd, tot ontsteltenis van de priesters die heel aardig zijn.
Terug in Kamalapuram volgt er een gesprek van Nirmalla met Rita. Nirmala zegt na afloop dat ze nog een jaar kan en wil blijven. Ze is aan rust toe en denkt erover een sabbatical te nemen. Ze heeft straks 13 jaar aan een stuk in Kamalapuram gewerkt en heeft de laatste jaren veel pijn in haar benen. Ze moet een brief schrijven aan de leiding van de congregatie (6 personen, waaronder sr. Rita). Daarin moet ze aangeven dat ze nog een jaar wil blijven met een motivatie waarom. Zij is heel blij met deze oplossing en het lijkt ons ook een goed compromis.
Dinsdag 15 januari
Afscheid van sr. Nirmala die bij ons volgende bezoek hier misschien niet meer zal zijn (of net nog wel). We vertrekken even na 6 uur en schieten ondanks de soms erg slechte weg goed op. Het landschap is ook hier erg mooi. We komen al snel langs een erg mooie antieke tempel, maar sr Rita heeft een andere tempel op het oog, vlakbij een klooster van de orde waar we zullen lunchen. Dat laaatste is een enorm tempelcomplex dat evenwijdig aan een stenige heuvel is gebouwd. We worden gemaand niet alleen onze schoenen uit te trekken, maar ook onze telefoons en camera’s mogen niet naar binnen.
Via een straat met allerlei winkeltjes kun je naar de hoofdtempel. Maar we moeten volgens een of andere vent eerst langs het beeld van Ganesh in een zijstraatje. Het gaat hem, zo blijkt, om het verkopen van bosjes aan elkaar gebonden gras die bij het beeld worden geofferd. Ook worden om de boom achter Ganesh gele touwtjes gebonden. Dat gebeurt door mensen die graag een partner vinden. Uiteraard kopen we niks. De brutale vent vraagt ons vervolgens om dollars. Maar sr. Rita zegt dat we alleen creditcards bij ons hebben (hahaha!). Vervolgens lopen we verder en bekijken we het hele tempelcomplex. Vanwege Pongal is het er erg druk en daarom gaan we niet in de rij voor de hoofdtempel. Ook klimmen we niet naar het tempeltje op de top van de berg want dat zou te lang duren. Wel gaan we een tempeltje vol spiegels binnen waar de priester vraagt om onze namen en vervolgens een mantra oplepelt die ons veel geluk en gezondheid zal brengen.
Rita gaat een boekwinkeltje binnen dat over een meditatieruimte blijkt te beschikken. Daar worden we binnengeloodst (zonder Rita) en mediteren we een tijd onder begeleiding van een dvd waarop iemand uitlegt hoe je moet mediteren en welke kracht pyramides hebben (onzin dus). Rita doet mij de meditatie-dvd cadeau als ik die wil kopen. Ook betaalt ze 3 posters met een grappige tekst (wij vinden hem komisch maar hij is serieus bedoeld). Het is goed even te relaxen en de meditatie werkt verfrissend.
Voordat we vertrekken, duiken we nog een restaurant in dat geen drinken blijkt te serveren waarop we weer vertrekken. Buitengekomen staat er een kluitje saddhu’s die ons vriendelijk groeten. Er wordt veel gebedeld, vooral door mensen die het duidelijk niet nodig hebben. We rijden naar het klooster waar de zusters de lunch al klaar hebben. Er is een school bij, maar de kinderen hebben pongalvakantie en van de vier zusters zijn er maar twee. Het is dus erg rustig. Het eten is, zoals gewoonlijk, heerlijk. Het laatste stuk naar Chennai schiet ook lekker op en om 4 uur zijn we bij St. Thomas Hospital.
We geven de chauffeur Suresh een dikke fooi want hij heeft prima gereden, toonde interesse in de projecten, maar sprak helaas geen woord Engels. Hij moest ook nog de halve pongal missen. Hij zal blij zijn weer naar zijn familie te kunnen. Ook van haar nemen we voor even afscheid.
Bij het brengen van de bagage naar de kamers, blijkt de kamer van Nathalie in beslag genomen te zijn door Fran Ferguson, een oude bekende en vaste gast eenmaal per jaar bij sr. Rexline. Dus dat is ook weer een leuk weerzien. Ze is enkele dagen geleden aangekomen en gaat waarschijnlijk morgen met ons mee als we een uitstapje met Rexline gaan maken. Na een uitgebreide koffie met fris, samoza’s, cake en koekjes is het tijd om Juus uit te zwaaien. Hij gaat terug naar Karunalaya. We zien hem als het goed is zaterdag weer in Mahabalipuram.
Woensdag 16 januari
We gaan een dag op pad met sr. Rexline en Fran. Dat is een vrouw uit New York die jaarlijks op bezoek komt bij Rexline en haar helpt met onder meer het maken van jaarverslagen. Eerst trekken we naar Chembarambakkam waar Rexline een bejaardenhuis heeft gebouwd. Na een kennismaking met de oudjes, lopen we rond over het terrein. De tuin is achteruit gekacheld maar de kleine bananenboomgaard staat er goed bij. De grote boomgaard is weg. Jaren geleden gingen alle bomen dood na een overstroming vanuit het meer van Chembarambakkam. Er is een veel te grote en veel te chique kerk gebouwd op het terrein. Echt weggegooid geld.
Met de bouw van het bejaardenhuis is een blunder gemaakt (nu ik er rondloop, herinner ik het me weer van een eerder bezoek). Ze hebben kamers voor de bejaarden gebouwd op de derde verdieping en er is geen lift in het gebouw. Die hele verdieping staat dus vanaf dag 1 leeg. En voor de bejaarden hebben ze ruimtes moeten bouwen op de begane grond.
De volgende stop is Poonemalee: een klooster met een school voor meisjes die zuster willen worden . We praten met ze en daarna dansen ze voor ons. Dat brengt wat vrolijkheid in de mens. En aan het eind spelen we nog een potje carromboard.
Hoe zullen die vrolijke en over het algemeen naieve meisjes het over een aantal jaar doen als non? Zullen ze zich schikken in de regels van gehoorzaamheid? Het aantal zusters dat uittreedt, neemt toe. En het aantal novicen daalt.
Na Poonemalee gaan we voor de lunch naar Mugalivakkam. Daar is een klooster met dispensary (medicijnenpost), een appartementenwijkje, een drukkerij, een naaiatelier en een onderkomen voor vrouwengroepen te vinden. De drukkerij is inmiddels een modern bedrijf geworden dat goed drukwerk aflevert. Eerder was het van povere kwaliteit. Het naaibedrijf is nauwelijks veranderd. Beide bedrijven draaien goed. Nieuw zijn de vrouwengroepen, 275 in getal. Ieder met 15-20 vrouwen. Die komen bij elkaar om over hun problemen te praten en doen ook dingen samen, met name op wereldvrouwendag. Zo hebben ze een zwerfvuilproject gedaan.
Het ziet er in de omgeving inderdaad erg schoon uit voor Indiase begrippen. Het is hier in India namelijk overal een enorme bende. Overal ligt afval. Iedereen gooit alles op de grond. De vrouwen kunnen, als ze lid zijn van een vrouwengroep, ook deelnemen aan een microkredietprogramma. Ze krijgen dan eerst een kleine lening (tegen 1% rente) en als ze die netjes terugbetalen, kunnen ze een grotere lening krijgen. Het lijkt goed te werken.
Van Fran horen we dat zuster Prudentia hier nu woont. Ook is er zuster Augustine die al 82 is en nog steeds druk rondrent en heerlijk kookt. Dit is een goed project om te zien (ook dat was jarenlang wel anders). Fijn dat het allemaal lukt. Deze avond gaan we langs bij het weeshuis vlakbij St Thomas Hospital. Het is een vrolijk bezoek. De kinderen zijn van allerlei leeftijden en ze zien er goed verzorgd en vrolijk uit. Ze dansen voor ons en wij leren ze Vader Jacob zingen. Hoofd, schouders, knie en teen kennen ze al. De kinderen hangen aan je en vinden het geweldig dat er bezoek is.
Donderdag 17 januari
We vertrekken vroeg met een call taxi naar Madambakkam, het dorp waar het Zontahuis staat. Volgens sr. Rexline bestaat er helemaal geen plaats die Madambakkam heet! Maar dat is natuurlijk onzin. Het is een lange rit en de chauffeur moet aan het eind flink rondvragen en zoeken, maar het lukt binnen een redelijke termijn. We zijn er al om half tien, terwijl we om 10 uur zouden vertrekken. Tijd om met de vrouwen (opnieuw) kennis te maken en de situatie te bekijken. En dat is wel schrikken. Er is geen personeel aanwezig en het gebouw staat er desolaat bij.
De buitenkant heeft duidelijk al jaren geen verf meer gezien en brokkelt hier en daar af. Maar de binnenkant is er echt slecht aan toe. De vloer is slecht gemaakt. Overal zitten er gaten en sinds 2004 toen het huis is gebouwd is er niets meer aan onderhoud gedaan zo te zien. De wasruimte heeft gebroken werkplaten, De kamertjes van de bewoonsters zijn redelijk in orde. De tv doet het niet, de radio is ook kapot. Er hangen twee nieuwe fans maar die hebben geen electriciteit. De watervoorziening lekt (zwarte tank op het dak) en ook de septic tank lekt. Die laatste gebreken horen we van Arulraj Louis van IAPA (International Alliance for the Prevention of Aids). Die organisatie is een half jaar geleden door Zonta ingehuurd om het huis te runnen.
Louis leidt ons rond buiten het gebouw. Hij is, met hulp van Amerikaanse vrijwilligers van de State University of Arizona die iedere zomer twee maanden lang komen assisteren, begonnen met de aanleg van een tuin. Er zijn wat fruitbomen geplant en er moeten er meer volgen. Voor ons ziet het terrein er als een mini-jungle uit. De vrijwilligers hebben ook een schildering op de muur binnen gemaakt. Het verhaal van Louis zorgt dat onze stemming weer positiever wordt. Maar er moet nog veel gebeuren. We vertellen hem dat we wat geld achterlaten voor zaken als een nieuw carromboard, een schaakspel en een radio.
Thuis moeten we maar eens heel goed gaan nadenken over een eventuele donatie voor repairs van de vloer, het water en de electriciteit. Vanwege de pongalvakantie heeft Louis geen bus kunnen charteren. In plaats daarvan heeft hij twee (veel duurdere) taxis geregeld. Helaas kunnen niet alle vrouwen mee en het is onduidelijk of de achterblijvers niet mee willen of kunnen vanwege hun zwakke gezondheid of dat er simpelweg te weinig plek is. Rond 12 uur zijn de auto's gearriveerd en kunnen we vertrekken. Het is een heel eind naar de stad en we belanden bij het children's park van Guindy, een soort mini-dierentuin. Er zijn ook drie kinderen mee. Een zoontje en dochtertje van een van de vrouwen die tijdelijk in het Zontahuis zitten vanwege huiselijk geweld en de dochter van Priya.
Hoe dan ook, iedereen vermaakt zich prima en na dit bezoek gaan we op zoek naar een restaurant. Dat wordt een thali-restaurant dat belachelijk goedkoop maar heerlijk voedsel serveert. We betalen voor het hele gezelschap ongeveer 16 euro. De vrouwen uit het Zontahuis gaan nooit naar een restaurant, alleen als wij er zijn. Voor hen is het echt een belevenis.
Nadien rijden we richting zee waar we eerst de kerk bezoeken die er ter ere van Velankanni is gebouwd. Die Maria kent het hoofdheiligdom in het zuiden van Tamil Nadu aan de kust. De cultus begon onder de Portugezen. Een Portugees schip dreigde te vergaan voor de kust en er verscheen een Maria die de zeelieden naar de veilige haven begeleidde. Uit dankbaarheid richtten de zeelui een kapel op. Opmerkelijk genoeg werd de cultus opgepikt door de hindoes in die streken en zij onderhielden het heiligdom en breidden het uit. Nog steeds is Velankanni populair onder zowel hindoes als christenen en het is een zeer druk bezocht bedevaartsoord. Hier in Chennai is er een voorpost opgericht, spuuglelijk overigens. Binnen staat een beeld van Velankanni helemaal in het goud, net een hindoegod.
Na Velankanni moet er een bezoek volgen aan de nabije hindoetempel die vooral gewijd is aan Lakshmi, de godin van de vruchtbaarheid. Maar alle andere goden zijn natuurlijk ook welkom. De tempel gaat pas om 4 uur open en we hebben nog een uur. Dus gaan we naar het strand dat 100 meter verderop ligt. Een rij stalletjes met leuke prullaria ligt er langs de weg. Voeten in de zee en wegduiken voor de golven. Dat is altijd een favoriet onderdeel van onze uitstapjes. De vrouwen zijn helemaal blij. We worden vergezeld door vissers die met catamarans vissen, vlak achter de branding. Eentje komt aan land en het uitpluizen van de netten is een attractie op zich.
Ook krijgen we gezelschap van een groep pelgrims die allemaal in het rood zijn gekleed. Ze behoren tot een sekte met een eigen tempel. Je weet niet wat je ziet. Hun guru wordt stinkend rijk door al het geld dat er binnenstroomt. Nu bezoeken ze dezelfde tempel als wij. Het is een uitermate opdringerig en brutaal volkje. Ze kruipen voor in de rij en voelen zich blijkbaar verheven boven de rest.
De tempel is een soort miniversie van de Efteling. Met een enorm lange wachtrij tussen de hekken die tal van bochten maken en trappen op. Na het hoofdheiligdom waar je vier man breed naartoe schuifelt, is er een trap die zo smal is dat je er maar 1 man breed op past. Dat is dus dringen geblazen. Het gaat gepaard met het nodige geschreeuw. Boven kom je op een terras dat uitkijkt op zee. Lekker koel in de zeebries. Vervolgens gaat het om een tempel met diverse priesters die oker op het voorhoofd smeren en vooral opzichtig vragen om geld. Ik doe net of ik gek ben en lach vriendelijk terug. Alles is geverfd in zuurstokkleuren en er is een uitbundige versiering. Je kunt gheelampjes kopen en aan het eind is er een souvenirshop. Welkom in het pretpark van de hindoes.
Na het tempelbezoek is het tijd om te shoppen in de winkeltjes vlakbij het strand. Mooie prullekes van schelpen.
Dan terug naar het Zontahuis, niet slim vanwege de afstand, maar enigszins verplicht, al was het maar vanwege het betalen van de eindrekening (uiteindelijk zijn we zo'n 80 euro kwijt voor een hele dag op pad met 20 mensen, inclusief vervoer, eten en entree). Afscheid met veel lachen en dankbaarheid. Een goed gevulde dag.
Vrijdag 18 januari
De shoppingdag. We gaan inkopen doen met sr. Rexline in T. Nagar. Het komt goed uit dat het vrijdag is, zegt Rexline want dan is het rustig in de winkels, het is geen shopping day. Maar eenmaal aangekomen in de zijde- en kledingwinkel lijkt het daar wel een mierenhoop van krioelende mensen (bijna allemaal vrouwen, terwijl achter de toonbanken alleen mannen staan). Dat is fascinerend om te zien en te horen, want het maakt een enorme herrie. Rexline houdt van winkelen. Ze koopt aan de lopende band spulletjes, allemaal om weer weg te geven aan andere mensen. Ze heeft op haar kamer een grote stalen kast vol met weggeefdingen, vooral stoffen.
Rexline heeft besloten dat we vanavond meemoeten naar de receptie van de bruiloft die ze gisteren heeft bezocht. Een achterneef van haar trouwt met een hindoemeisje (hij is christen). Een echte love-marriage dus. Mede daarom kopen wij wat fatsoenlijke kleding.
Na de kledingwinkel volgen nog wat kleine winkeltjes. In één ervan koop ik cadeautjes voor de vormelingen van Beuningen die ons steunen bij het kopen van schooltassen voor Karunalaya. Ik koop wat bindi's en oorbelletjes voor Myrthe bij een straatstalletje. En dan is het tijd voor de lunch. Rexline heeft er echt zin in en probeert ons te foppen. We doen toch maar geen lunch zegt ze (hahaha). Maar natuurlijk doen we dat wel en het is erg gezellig.
Terug in het ziekenhuis ligt er achter in de jeep een hele berg inkoop. Een tocht door het wijkje achter het ziekenhuis levert mij een deodorant en pindakoeken op en een ervaring met een opwaardeerwinkel waar aan de lopende band voor minieme bedragen telefoons worden opgewaardeerd. Leuk om te zien. Even bij Kanan langs om te zeggen dat we maandag nog even zullen langswippen.
We gebruiken geen supper. Want we gaan vooral naar de receptie omdat je er lekker kunt eten, zegt Rexline (een slip of the tongue waaruit blijkt hoe ze er echt over denkt!). Ook grappig: als we ernaartoe rijden zegt Rexline dat we er in een half uur zullen zijn als er niet te veel verkeer is, maar dat is in Chennai nog nooit vertoond! Het is daar altijd druk op de weg. In de auto tappen we moppen en uiteraard komen we hopeloos vast te zitten en zijn we er pas anderhalf uur later. Rexline zegt 'dadelijk komen we op de receptie en dan is die al voorbij'. Ze ligt helemaal dubbel om haar eigen grapje. Gezellig. De receptie is een belevenis. Het bruidspaar staat urenlang op een podium in een soort bioscoopzaal. In die zaal zitten her en der mensen te kijken hoe andere mensen het podium op klimmen om het bruidspaar te feliciteren. Alles wordt op video en foto vastgelegd. Op zo'n moment verstijven alle gasten plus het bruidspaar om vervolgens weer vrolijk verder te babbelen.
Er is een enorme rij van zeker anderhalf uur. Daar weet Rexline wel wat op. Ze loopt aan de verkeerde kant het podium op en wij moeten mee. Met plaatsvervangende schaamte volgen wij, schudden het bruidspaar de hand, geven de bruidegom de twee ingepakte handdoeken en gaan op video en foto. Wat zullen bruid en bruidegom denken als ze die straks terugkijken?
Vervolgens gaan we terug naar buiten waar rijen met enorm lange tafels staan opgesteld. Rexline gaat van de ene naar de andere bekende. Er is volk in alle categorien aanwezig, maar vooral ook vele rijkelui. De tafels wordt zeer efficient van voedsel voorzien door een cateringbedrijf. Eten gaat in ploegen. Zijn de eters klaar dan is het opzouten geblazen. Vanaf de ene kant van de tafel naar de andere wordt het papieren tafellaken opgerold en worden de bananenbladeren en lege bakjes opgeruimd. Meteen wordt er een nieuw papieren laken over de tafel gerold. Daarachter komt een mannetje dat bij iedere stoel een bananenblad legt. Daarachter een mannetje dat er mineraalwater op sproeit en vervolgens een stuk of tien andere mannetjes die ieder een prutje voor de thali op de bladeren deponeren. Het gaat in een razend tempo. Binnen een minuut is de enorme tafel afgeruimd en van nieuw voedsel voorzien. Vervolgens moet iedereen flink dooreten, want de volgende groep gasten staat alweer te trappelen. Het is een gekke ervaring. Het eten is heerlijk.
Zaterdag 19 januari
Vroeg uit de veren om naar het SIP-huis te reizen. We willen daar om 8 uur zijn om te kijken hoe het eruit ziet. We gaan met Noori en de kinderen naar Mahabalipuram. Aangekomen bij het kantoor is Noori er niet. We drinken een koffie en worden even later door twee van de kinderen opgehaald en naar het weeshuis begeleid. Daar is het een dolle boel want ze willen allemaal graag weg. Noori zelf is er niet, wel is er een aantal staffleden en iemand die dit soort reisjes begeleidt voor homes als dat van SIP.
De twee busjes doen er anderhalf uur over om de stad uit te komen en onderweg worden we aangehouden door de politie. De chauffeur heeft geen uniform aan. Boete: 200 roepies. In Thiruvanmiyur pikken we Elizabeth Negi op en vervolgens is het nog een uur naar Mahabalipuram, dus een reis van 2,5 uur. Enkele kinderen moeten overgeven, een meisje heeft een lelijke hoest, maar over het algemeen zien ze er gezond uit. De vrijwillige staf heeft duidelijk liefde voor het werk en de kinderen trekken ook op hen aan. Er wordt wat gezongen en één klein meisje (Lakshmi) dirigeert de hele boel. Een grappig opdondertje, ze noemen haar Jayalalitha naar de vrouw die nu al voor de derde keer chief minister van Tamil Nadu is, omdat ze zo bazig is. Ze raakt helemaal opgewonden als ze zee ziet. Af en toe komt de sea road er vlakbij. Een stuk van de kust zijn veel lelijke flats neergeplempt. Het is hier echt verschrikkelijk veranderd en niet ten goede. In Mahabalipuram is er nu ook een soort shopping mall (gelukkig wel laagbouw).
We gaan naar de vijf ratha's (beeldhouwwerk en tempels' en doen het circuit langs uitgehouwen tempels in de rotsen, Krishna's Butterball (een enorme ronde rots die van een helling lijkt te storten) en Arjuna's Penance (het mooiste steenrelief van Mahabalipuram dat een verhaal uit de Mahabharata vertelt). Tussendoor wat snacks. De kinderen klimmen overal op voor een foto en we plagen Nathalie dat ze als archeoloog moet ingrijpen.
Na het circuit volgt er een lunch en dan komen ook de zoons van Noori met hun vrouwen en kinderen erbij. Het is leuk om hen te ontmoeten (althans nu nog wel...) en te zien dat Noori (die hen op de wereld zette toen ze nog een man was) blijkbaar haar familierelaties goed heeft kunnen houden. Elizabeth Negi vindt het een hele prestatie. We eten thali net als de kinderen en de familie van Noori neemt Biryani en wat bijgerechten. De rekening valt bijzonder hoog uit, zeker aangezien er bijna alleen maar thali is gegeten. De rekening is minimaal twee keer zo hoog als hij zou moeten zijn en drie keer zo hoog als in het restaurant waar we met de Zontavrouwen hebben gegeten. Na het eten gaan we niet naar het strand, maar naar een plek, 20 km terug richting chennai, waar je boten kunt huren om over een groot meer te varen. Daar tracteren we de kinderen op een boottochtje. Dan is het tijd voor het afscheid. De kinderen hebben de tijd van hun leven gehad. En dat geeft voldoening. We besluiten de bus naar Mahabalipuram terug te nemen, maar er stopt een Ambassador (een klassieke Indiase auto) die het na enig afdingen voor een heel klein prijsje wil doen. We laten ons meteen bij hotel Sea Breeze afzetten en vinden er twee goede kamers. Met een zwembad, waar Ralph en ik meteen in duiken. Later komt ook Juus.
Zondag 20 januari
Zwemmen in plaats van douchen als ochtendritueel. Dat is pas lekker. En dan een ontbijt dat bij de kamerprijs inbegrepen is en dat zowel europees als indiaas is en niet al te veel kwaliteit heeft. We gaan naar de zeetempel omdat we niet weten wat het programma van Karunalaya zal zijn. Zij komen later vandaag naar Mahabalipuram voor een uitstapje. Na het bezoek aan de oude tempel (mijn zoveelste, maar het blijft fascinerend) en het kopen van schelpen (de verkopers staan aan de andere kant van het hek) gaan we naar de regerings-handicraftwinkel op het terrein.
We zijn hier klaar als de mensen van Karunalaya bellen dat ze zijn gearriveerd. We lopen naar de vuurtoren om elkaar te ontmoeten. De navolgende uren verlopen in chaos. Als we elkaar hebben gevonden, volgt een vuurtorenbeklimming en daarna een wandeling richting lunchplek. Maar omdat we nog enkele tempels niet gezien hebben, zeggen we dat we wel achter de jongens aan zullen komen. Vervolgens kunnen we ze niet meer vinden en verdoen we veel tijd met rondlopen. Als we ze weer hebben gevonden, hebben ze hun lunch al op en moeten we op zoek naar een restaurant. De jongens gaan alvast naar het strand. Het restaurant blijkt een ramp. Een groot gezelschap dat na ons bestelt, wordt als eerste geholpen en wij moeten drie kwartier op ons eten wachten. Balen. Inmiddels is Paul ook gearriveerd met zijn familie, zij kwamen later naar Mahabalipuram. En dan wordt het toch nog heel leuk. We spelen allerlei spellen op het strand samen met de jongens en gelukkig staat er een briesje en schuiven er wat wolken voor de zon. Om 6 uur met de bus terug naar Chennai. Hari rijdt als een wilde en we zijn om 8 uur terug in de stad. We hebben Paul en familie uitgenodigd voor een etentje en hij heeft een supergoed en niet te duur restaurant uitgekozen. Heerlijk gegeten, wat bijgekletst en dan naar huis en naar bed.
Paul heeft binnenkort een afspraak met de eigenaar van het land achter het opvanghuis. Dat is een van de vele afspraken. Hij wil duidelijkheid krijgen over de prijs en over de vraag of hij een deel van het land kan kopen en niet alles. Als dat duidelijk is, wordt ook duidelijk of hij een supermarktje aan de voorkant en een meisjeshuis aan de achterkant wil bouwen of dat hij het meisjeshuis in combi met de supermarkt aan de voorkant van het huidige opvanghuis gaat bouwen. Dat is dus nog een tijd afwachten. Ook vertelt Paul dat Karunalaya is uitgenodigd om volgend jaar mee te doen aan de WK voetbal in Rio voor straatkinderen. Een man van de organisatie leerde K kennen via de website en kwam op bezoek. Hij zei dat dit project precies is wat het zocht. Alleen is het nog onduidelijk of de WK-organisatie ook alle kosten voor zijn rekening neemt.
Maandag 21 januari
De laatste eindjes. We nemen afscheid van Paul, Bakiam en de kinderen en van Karunalaya. Bepakt en bezakt en volgestopt met cadeautjes gaan we naar St. Thomas Hospital aan de andere kant van Madras, een reis van 1,5 uur. Samen met Juus die foto’s wil meegeven voor het thuisfront. Die moeten nog op de computer worden geladen.
Na de lunch is het tijd om cadeautjes te kopen voor zuster Rexline en voor Gowri en Mani, onze vrienden van de apotheek vlakbij St. Thomas Hospital. Daar blijkt dat Mani niet heeft begrepen dat we niet mee kunnen dineren (we zijn al bij moeder-overste Rita uitgenodigd). Gowri heeft van alles ingeslagen voor een supper. Dat is even een domper.
Vervolgens is het inpakken geblazen en natuurlijk zijn er ook weer een hoop cadeautjes van zuster Rexline die nog mee moeten in de koffer die wel een beetje erg vol raakt. Dat er nog een koerier van Karunalaya verschijnt met nog meer (extra) cadeaus maakt het niet eenvoudiger.
Het supper bij zuster Rita wordt voorafgegaan door een laatste dansvoorstelling door de novicen. Erg mooi gedaan met klassieke dansen. Het eten is heerlijk en ook hier gaan alle sluizen weer open wat betreft cadeautjes. Waar moeten we die nou nog laten? Het is een overstelpend gul afscheid.
Dinsdag 22 januari
Terug naar Nederland. Daar is het zo'n 30 graden kouder dan in India.